《De Tweeling broer (nederlands)》 verdried Ze harkte maar weer het kleine grindveldje aan. Waar ze net een plantje in had gezet. Anders werd het zo kaal. "Hoe is het vandaag met je?" Vroeg Eva hard op. Ze kreeg geen antwoord. Natuurlijk niet. "Alweer 3 maanden." Ze zuchtte. "Heb je het goed daar?" Natuurlijk kreeg ze hier ook geen antwoord op. Ze glimlachte even zo goed als dat ging. "Ik houd niet eens van tuinieren, maar dat weet jij wel toch?" "Ja, dat weet jij." Ze werd afgeleid door geschuifel, iets verder op. Een man met een capuchon op stond een paar meter verder. Ze haalde haar schouders op en richtte haar aandacht weer terug. Naar haar altijd stille gesprekspartner. "Ik mis je wel hoor." Tranen sprongen in haar ogen. Ze miste hem meer dan ze wilden of kon toegeven. Vooral aan zichzelf. Ze miste zijn aanwezigheid. Zijn grappen. Zijn kookkunst. Zijn omhelzingen. Zelfs zijn koppigheid miste ze. Ze wist nog net een snik te onderdrukken en boos op zichzelf veegt ze een paar koppige tranen weg die koppig waren ontsnapt. Ze huilden niet. Nee. Ze mocht niet huilen. Ze wilden niet huilen. Ze was toch verdorie, Eva van Dongen. Sterk en stoer. Niet emotioneel. Gevoelens die begroef ze toch altijd. Waarom was dat nu zo moeilijk? Ze haalde haar neus op en haalden een doekje over de steen heen. "Hield je van mij?" Ze schudde haar hoofd. Dit moest ze hem niet vragen. Ze kreeg het antwoord toch niet meer. "Ik wel van jou.Nog steeds. Nu kan ik je dat wel zeggen. Je kan er toch niets meer mee." Weer veegde ze wild wat tranen weg. En keek even de andere kant op. De man met de capuchon op stond er nog steeds. Bewegingsloos haar kant op te kijken. You could be reading stolen content. Head to the original site for the genuine story. Ze wilde schreeuwen of hij het kon zien. Maar ik besloot dat zoiets hier roepen niet echt netjes was. Ze ging op de grond zitten. "Wat moet ik nu?" Zei ze spelen met wat grind. "Morgen weer werken, criminelen nemen niet vrij omdat ik het nu is moeilijk heb." Zei ze glimlachend. "Ach, ik red me wel." Zei Eva. "Hoeveel ik je ook mis.Ik red me vast wel." Nu kon ze haar snikken niet onderdrukken. "Geloofde je me? Vast niet. Jij kent mij zo goed." Tranen kon ze ook niet meer bedwingen. "Ik moet het nu wel zonder je doen." Ze liet haar tranen nu maar gewoon komen. Geen kracht meer om ze weg te vegen. "Ook al kan ik dat eigenlijk niet.Ik moet nu wel." Ze stond op en klopte haar hardloopkleding af. "Ik ga nog even rennen." Misschien lukt het vandaag wel je even te vergeten." Ze kuste haar vingers en legde die op de koude marmeren steen. "Dag, mijn lieve Floris." "Tot volgende week h¨¨?" Zei ze. Haar tranen nu wel weg vegend. Ze keek nog een keer terug en rende toen langs de vreemde man met de capuchon op. Het kerkhof af nog een laatste keer terugkijkend naar het graf. "Floris Wolfs" "Verloren uit ons zicht, maar nooit ons hart." Weer aan het werk Na het rennen kwam ze weer thuis. Nou ja, thuis. Ze liep de keuken in. "Hoe was het met Floris?" Vroeg hij. "Hij is dood Frank, wat denk je zelf?" Beet ze haar beste vriend toe. "Sorry Eefke." Zei hij, ze zuchtte boos. Zo heet ik niet." Beet ze weer. "Ik hoor het al, je hebt honger." Zei hij plagend en zette haar een bord voor. "Nee, ik heb geen trek." Zei ze. Zo ging het al maanden. Na de dood van Wolfs eigenlijk. Frank kookte altijd meer dan nodig was voor het nu succesvolle pension. Hij had zelfs kamers bij moeten bouwen. De priv¨¦kamers van hem, Maurice Wolfs, en die van haar, waren nu op zolder. Het restaurant liep nog beter dan de kamers deden. Eva keek naar het bord pasta. "Eva, je moet wat eten." Je bent aan het afvallen en je bent al zo mager. Zei Frank. Ze glimlachte gespeeld en nam twee happen. "Zo gegeten." Ik ga douchen." Zei ze en ze vertrok naar boven. Ze douchte kort, anders kreeg ze te veel tijd om na te denken. Ze pakte haar computer, en ging maar weer verslagen lezen. Kijken of ze Marion of Romeo kon helpen. Maar ook daar geen geluk. Ze hield zich nog een paar uur bezig met een retrospelletje genaamd Populous the beginning. Je bouwde er een stam, geleid door een shaman. En je vocht je weg door planeetjes. Daarna probeerde ze te slapen. Toen dat ook niet lukte, sloop ze zo als zo vaak naar zijn kamer. Toen hij nog leefden, was ze er ook vaak. Tot grote teleurstelling van Frank was de relatie tussen haar en Frank nooit echt van de grond gekomen. Ze waren beste vrienden. Ze zag hem als de gezonde broer. Hij was nog steeds verliefd op haar, maar hield dat maar voor zich. Haar hart was voor Wolfs. Ook al had ze hem dat nooit verteld. Je kent het wel nooit het beste moment gevonden. Hoebe zei het ook al na zijn pensioen. "Het probleem met het beste moment is dat er altijd een beter moment bedacht kan worden." Zei hij dan. "Vertel het hem nou, Eva, dan kan hij dealen met wat hij voor jou voelt." Wat bijna niemand wist, zelfs Frank niet, is dat ze regelmatig met elkaar vrijden. Maar ze wist niet of dat voor hem nou was omdat hij ook vandaar hield. Of gewoon lust. Ze trok een van zijn overhemden aan en kroop in het bed. Zo te ruiken had Frank het weer net laten verschonen. De lakens roken fris. Het kostte haar daardoor even, maar ze viel uiteindelijk in slaap. Daar stond ze met een getrokken wapen, tussen haar en Wolfs stond een man. Gekleed in een zware hoody, zwarte joggingbroek. Bivakmuts en een zonnebril. Hij had ook zijn wapen getrokken en gericht op haar. Dit was waarschijnlijk Mark Notendop. Verdacht van 4 moorden op agenten. "Laat dat wapen vallen." Riep ze. "Wapen neer", riep Wolfs er gelijk achteraan. Lachend draaide de man zich van Eva weg en hij schoot . Ze ziet nog net hoe Wolfs van de kade de Maas in viel. En hoe de verdachte wegrende. Sirenes achter haar vertelde dat de collega''s kwamen. Ze rende naar de oever. Maar zag niets. Ze wachtte nog een minuutje en wilde de Maas in duiken. Ze werd tegengehouden. Ze keek naast zich. Daar stond Marion. "Laat me gaan." Riep ze in paniek."Ik moet hem redden." Riep ze zich los, proberend te vechten. "Hij heeft zijn vest aan, Eef dan trekt hij je mee onder water." Riep Marion. "Het kan me niet schelen." Zei ze vechtend om los te komen. "Hij is verdronken, Eef." Na wat uren leek te duren kwamen er duikers. Ze vonden na tijdenlang duiken alleen zijn pistool. Volgens hen was er een sterke stroming. Zijn lichaam kon inmiddels kilometers ver zijn. Ze schrok wakker van de wekker op haar iPhone. Weer diezelfde nachtmerrie. Ze had steevast dezelfde. Elke keer zag ze die vreselijke dag weer voor zich. De dag dat ze haar partner, beste vriend, maar vooral grote liefde verloor. Ze zag het als ze wakker was en zichzelf toe liet na te denken. En ze zag het in haar dromen. De herinneringen lieten haar maar niet los. Ze kleedt zich aan. En liep naar de keuken. "Goedemorgen, je lunch en ontbijt staan al klaar." Zei Frank, Eva glimlachte. "Ik hoorde je schreeuwen vannacht." Zei hij. Eva haalde haar schouders op "Het wordt niet beter, h¨¨?" Zei hij haar over haar rug wrijvend. "Gaat wel weer over." Zei Eva. Ze nam een paar happen van haar crusly pakte haar lunch en vertrok naar het bureau. Stolen from its rightful author, this tale is not meant to be on Amazon; report any sightings. "Eva!" "Wat fijn je weer te zien hoe is het met je?" Vroeg Marion haar omhelzend. "Ja, goed." Loog Eva. Of Marion erdoorheen zag of niet, wist ze niet, maar ze leek het maar te laten. Ze liep het kantoor van Mechels in, die er nog niet leek te zijn. Ze keek om zich heen. Ja, het was fijn om weer aan het werk te kunnen. Maar er lagen hier ook veel herinneringen. De ruzies, de flauwe grappen over en weer, de stiekeme gestolen knuffels als niemand keek. Ze deed haar ogen dicht om het allemaal even niet te zien. Maar daar kwamen die beelden weer. Van Wolfs die in de Maas verdween. Dus deed ze haar ogen, maar weer open. Ze moest hier doorheen, ze moest weer gewoon van het werk. Dat was het beste voor haar. "Eva!" Hoorde ze de stem van Mechels achter zich. "Ik ben blij je te zien." "Gaat het weer?" Ze werd gek van die vraag. Iedereen vroeg de hele dag of het met haar ging. "Ja, het gaat weer." Zei ze dan maar weer. Ook al loog ze, het ging eigenlijk helemaal niet. "Dat is fijn." Ik heb een nieuwe partner voor je, Finn Michiels. Hij is al op een pd, een jong meisje. "Ga maar gouw." Zei Mechels en gaf haar een briefje met het adres voordat ze haar zachtjes in haar schouder kneep. "Als het niet gaat, vertel je mij dat h¨¨?" Zei Mechels. Eva knikte maar wist dat ze dat niet zou gaan doen. Ze reed naar het pd, daar zag ze een jonge knul met kort bruin haar. "Jij bent Finn zeker?" Zei Eva. "De enige echte." En jij bent Eva. Mechels sterspeler." Eva glimlachte even. "Ik denk het." Zei ze. Ze was niet heel erg goed met complimenten. "Ik heb het gehoord over je partner.Kut joh." Zei Finn meelevend. " Ik snap dat je niet op een nieuwe partner zit te wachten." "Dus zal ik er dan van maken dat we elkaar voorlopig een handje helpen?" zei hij. Eva vond dit idee wel fijn. Ze was inderdaad nog lang niet klaar voor een nieuwe partner. Ze knikte. "Wat hebben we?" Vroeg ze. Rechercheur modus was het beste. Dan hoefde ze niet diep na te denken. " Karlijn de Zwart." 19 jaar, door mes steken om het leven gebracht. Volgens dokter Rozenveld zo''n 5 tot 6 uur geleden." Zei Finn, ze keek naar waar het lichaam van een jong meisje lag. "Hey Timo." Zei ze gespeeld opgewekt. "Mevrouw Van Dongen." Ik ben blij je weer te zien. Hoor je dat jonge dame, je hebt de beste rechercheur van de stad gekregen. Het komt wel goed nu." Zei hij. Eva kon een klein lachje niet onderdrukken. "Na de autopsie weet ik meer." Zei Timo en hij stond op. "Echt fijn je weer te zien, als je wilt praten. Ik ben er voor je." Zei hij en hij liep weg. Ze zuchtte opgelucht, eindelijk iemand die niet gelijk vroeg hoe het met haar ging. "Karlijn de zwart." Dochter van Nadine en Jochem de zwart. Heeft een jonger zusje, Karien. Studeerde aan de universiteit in Maastricht. Ze studeerde biologie." Las eva op vanaf haar beeldscherm. "Romeo en Esmee buurtonderzoek?" Romeo knikte en hij en Esmee stonden op. "Finn, vind je het erg als ik Marion meeneem voor dit slechtnieuwsgesprek?" Vroeg Eva. "Zal ik het overnemen?" Vroeg Finn. Eva dacht even na en besloot toen te knikken. Ze kon rouwende ouders misschien nog niet aan. Die middag na het werk reed ze naar het kerkhof. "Hey Wolfs." Zei ze en ging bij het graf zitten. "Ik heb een nieuwe partner, Finn." Lijkt me wel ok¨¦. Maar jij Bent hem niet, h¨¨. We hebben ook een zaak. Een meisje van 19 is door messteken om het leven gebracht. Finn was zo vriendelijk om met Marion het haar ouders te gaan vertellen. Dat lukt me nog niet zo goed." Zei ze. "Ik mis je, joh." Alles ging makkelijker met jou. Misschien kom ik de zaak wel met je doornemen." Zei ze. "Ik dacht al dat ik je hier kon vinden." Hoorde ze achter zich. Ze schrok en keek om. "Fleur! Sorry, ik ga wel weer." Zei Eva en ze stond op. Net als de dag ervoor liep ze langs zijn steen, kuste haar hand en legde die even op de bovenkant van de steen. "Tot de volgende keer h¨¨?" Toen ze verder liep, zag ze onder een boom weer de man met de capuchon op. Het beviel haar niet. Gisteren was het toeval geweest, maar nu begon het te lijken of hij haar volgde. Weer een nieuwe partner Een week na de moord op Karlijn zat ze er weer. Bij Wolfs zijn graf. Ze had dit keer een campingstoel meegenomen. "We hebben een verdachte." Charles Bakker. Werkt voor Mark. Ja, ik weet het, dat betekent dat Mark hier achter zit en hebben we dus te maken met een seriemoordenaar." Zei ze. "Ik weet niet of ik dit nog kan Floris. Finn is een schatje, maar." Ze slikte even. "Hij is jou niet. Hij begrijpt me niet zo als jij dat doet." Ze keek naar de steen. "Ik kan niet werken zonder jou. Dus...Dus ik denk dat ik ga stoppen." Ze glimlachte. "Ik hoor je wel. Jij vindt dat ik te goed ben in mijn werk en het niet kan loslaten. Ach, misschien heb je ook wel gelijk. Maar ik kan het gewoon niet meer." Zei ze. "Ik moet gaan. "Zie ik je volgende week weer?" Ze nam afscheid zoals ze altijd deed en ging naar huis. Weer stond die figuur er weer. Hij volgde haar duidelijk. De volgende dag kwam ze op het kantoor. "Van Dongen mijn kamer." Zei Mechels. "Nu of nooit Eva." Zei ze en ze liep het kantoor in. Daar zat een man. Zijn haar was gemillimeterd hij droeg een spijkerbroek een zwart overhemd en gym schoenen. Zijn bouw leek op Wolfs. "Mevrouw van Dongen. Dit is je nieuwe partner Erwin Wolfs. Erwin dit is Eva, de partner van je broer." De man draaide zich om. Eva''s hart sloeg een slag over. Hij leek sprekend op hem. Op Wolfs. Op zijn gemillimeterde haar en kleding na was hij een kopie. "Aangenaam. Eva, was het?" Zei hij. "Ja. "Hoe kan dit?" Vroeg Eva. "Ik begrijp wat je denkt. Floris is toch dood. Ik las het ja, mooi bericht hoor in de krant, Ik ben zijn tweelingbroer. Erwin. Ik heb Floris al 14 jaar niet gezien." Zei hij. Ze vertrouwde het niet helemaal, klonken tweelingen ook hetzelfde? Hadden ze ook dezelfde, twinkel in hun ogen? Dezelfde glimlach? Dezelfde handdruk? Maar voor al. Als hij Floris niet was. Waarom bonsde haar hart dan zo? Reageerde haar hart op zijn uiterlijk? "Wat komt hij doen?" Vroeg Eva. "Zoals ik al zei, wordt hij je partner. Finn en Romeo heb ik samen gezet, ik had niet het idee dat jullie echt samenwerkten." Ze keek van Erwin naar Mechels. "Dit is cru. Hij gaat me toch constant aan Wolfs herinneren." Hij glimlachte. Verdorie waarom had hij dezelfde lach. "Probeer het nou, maar Eva misschien verbaast hij je wel," zei Mechels. "Jullie hebben een nieuwe zaak", zei ze. "En de zaak Karlijn de zwart dan?" vroeg Eva. "Die doen Finn en Romeo. Die is bijna rond. "Hier het dossier." zei ze. Eva opende de map. "Dit meen je niet. "Een mishandeling?" vroeg Eva. "Om elkaar te leren kennen Eva. Kom op. "Aan het werk." zei ze. "Ik ga toch niet mijn tijd verdoen met een zaak die de straatdienst kan doen." Beet eva toe. "En wat sta jij te kijken?" riep ze naar Erwin. die ogenschijnlijk stond te genieten van haar uitbarsting. "Niets." Zei hij. Eva keek hem aan. Ze wist niet of ze hem kon vertrouwen. Die avond liep ze de keuken in. "Een buurtonderzoek. Alsof ik de eerste de beste straatagent was. " Kwam ze mopperend binnen. "En een nieuwe partner, het ergste, h¨¨? Het is de broer van Wolfs. Ik wist niet eens dat hij een broer had." mopperde ze verder. Frank keek haar raar aan. "Wat?" riep ze. Maurice zat gniffelend aan tafel. "Wat is er zo grappig, Maurice van Dongen?" riep ze boos. "Nou niks." zei hij. "Je bent een verschrikkelijke leugenaar Maus." riep ze. "dus kom op, vertel op. "Wat is er zo grappig." Maurice keek zijn zusje aan. "O, dat mag ik van frank niet vertellen." zei hij. "Dus Maurice, jij vindt Frank belangrijker dan mij?" zei Eva. "Hij lijkt wel heel erg op hem, h¨¨." Zei frank gniffelend. "En hoe weet jij dat?" vroeg Eva elk woord apart zeggend. Wat liet merken dat ze op het punt stond van ontploffen. "O, omdat hij hier is ingecheckt. Hij had geen slaapplek ik denk dat Floris hem over de ponti heeft verteld." zei Maurice recht voor zijn raap. "Wat?" riep eva woest. "Je laat hem hier verblijven. Ik moet hem al verdragen op mijn werk. Als ik hem thuis nou ook nog moet zien. Denk je niet dat het niet al moeilijk genoeg is om Floris niet in hem te zien? Nou, denk je dat?" Riep Eva haar woede nu over borrelend. "Ik ga." riep ze. "Je moet wat eten, Eefke." riep Frank. "ZO HEET IK NIET."Schreeuwde ze. "Eva Frank heeft gelijk, je eet te weinig." Riep Maurice. "Kan me even niet schelen", riep ze. "Waar ga je heen, Eva?" vroeg Frank. "Naar Floris." woedend liep ze de trap op. En ze reed naar het kerkhof. Unauthorized content usage: if you discover this narrative on Amazon, report the violation. "Je hebt een broer?" riep ze. "Je hoeft je partner niet alles te vertellen. Maar ik dacht dat ik wat meer was dan je partner." zei ze nog steeds woedend. Ze keek naar zijn steen. "Het spijt me. Ik moet ook helemaal niet boos zijn op jou." zei ze kalmerend. "Dus je hebt een tweelingbroer." zei ze rustiger. "Ze willen dat ik met hem werk. Hij lijkt zo op jou, ik weet het niet, Floris, ik weet niet of ik dat wel kan. Ik denk dat ik je juist meer zal missen." Zei ze in tranen."Hij logeert ook gewoon thuis." zei Eva. "Ik weet niet of ik dit aankan Wolfs." zei ze. "Ik weet het. Ik hoor je wel. Probeer het nu maar Eef. Je hebt gelijk." ze liep zo als altijd naar zijn steen, kuste haar hand en legde die boven op zijn steen. "Tot volgende keer." zei ze en ze reed naar huis. In de keuken zaten ze dan met zijn drie?n aan de tafel gezellig te kletsen. "Je bent er weer." zei Frank. "Ik ga slapen." Riep Eva en ze vertrok weer naar boven. Erwin keek haar glimlachend na. "Wat een vuur in die vrouw", zei hij. "Ja." Zei Frank dromerig. "Dat heeft ze zeker." De heren kletsten een paar uur door. Daarna gingen ook hun slapen. Na uren woelen sloop Erwin naar boven. Hij opende eerst Eva''s kamer. Maar hij vond haar daar niet. Daarna sloop hij naar Floris'' kamer. Daar vond hij haar wel. Ze lag in een diepe slaap. Hij glimlachte en stapte naar binnen. Ze had het licht aan gelaten. Ze moest in slaap zijn gevallen. Ze sliep in een blauw overhemd dat hij herkende. Hij ging naast haar op bed zitten. "Het spijt me, Eef." Fluisterde hij terwijl hij behoedzaam een pluk achter haar oor deed. "Ik heb je pijn gedaan." Zei hij een verdwaalde traan van haar wang vegend. "Ik heb mijn redenen hiervoor, meisje. Ik hoop dat je ze zult begrijpen en me dan vergeeft." Hij keek of ze bleef slapen. Ze moest nu niet wakker worden, dan zou ze flippen en hem nooit vertrouwen. Gelukkig bleef ze in een diepe slaap. "Om je te antwoorden." Zei hij haar wang strelend." Ja Eef, ik houd van jou." Hij kuste haar in haar haren, deed haar lamp uit en liep weer naar de deur. "Slaap lekker mijn lieve Eva." Stroeve stappen "Goede morgen Eva. goed geslapen?" Vroeg hij de volgende ochtend. "Gaat je niets aan." Zei ze bits. "Ontbijten? Ik heb een broodje kaas voor je neergelegd. Eet die maar op." Zei hij. Op het aanrecht stond een bord met een boterham kaas en een chocomel. Ze ging er van uit dat dit een goedbedoelde hint van Frank of Maus was geweest. Ze glimlachte even en at de boterham op. Nam wat slokjes van haar drinken en ging aan tafel zitten. "Wil je samen naar het werk of rijd je alleen?" Vroeg Erwin. " ik ga alleen, kan ik beter na denken." Loog ze. Ze wilde niet met hem in 1 auto als dat kon. Hij deed haar te veel aan hem denken. Zijn lieve gezicht. Zijn grappen. Zijn warmte. Maar vooral zijn dood. En hoe het haar schuld was geweest. Als ze die eikel had neer geschoten was Floris er gewoon nog. Ze draaide haar hoofd om niet haar tranen te laten zien. Huilen mocht ze niet. Ze verdiende zijn medelevende blik niet. Die hij deelde met Floris. Zijn broer was dood door haar. Hij moest haar haten. Haar uitschelden voor moordenaar. Of dood door schuld. Maar nee hij keek haar aan met de zelfde blik als Floris deed. De zelfde ogen. Ze hoopte dat hij in karakter anders was. Ze hoopte dat ze hen dan in haar hoofd en hart kon onderscheiden. "Gaat het wel?" Vroeg hij. "Prima ik ga naar het werk. Wee je gebeente als je te laat bent." Zei ze en ze liep de trap op. Hij glimlachte. Ja hij vond het moeilijk dat ze zo bits tegen hem deed. Maar dat was Eva ten voeten uit. Ze moest je vertrouwen. Zo als Marion hem de aller eerste keer had verteld. "Ze heeft een beetje een gebruiksaanwezig maar ze is ok¨¦ ." Ze was in zijn ogen alleen meer dan ok¨¦. Hij ruimde op en vertrok toen ook naar het bureau. "Wolfs mijn kantoor." Riep Mechels. Hij zocht Eva maar vond haar niet. "1 minuut Wolfs." Riep Mechels. Hij zuchte. Hij kon Eva nu niet gaan zoeken. Hij liep het kantoortje binnen. "Ik ben op de hoogte." Zei ze. "De OVJ heeft het me verteld. Hij was woest dat je weer hier begon je zou in Valkenburg gaan werken." Zei ze. "Ik moest je vragen waarom en het kan maar beter praktisch het andwoord zijn wat ik al naar boven heb gebracht." Zei ze. "Ik kon het niet. Ik wilde afscheid nemen en opnieuw beginnen." Hij slikte. "Ze was zo gebroken. Ze wilden zelfs stoppen." Hij keek zijn baas aan hopend op begrip. "Wat weet ze van mijn vermeende dood?" Vroeg hij. "Ze weet dat je nooit bent gevonden dat dat graf een symbolische plek is. Is ze er vaak?" Vroeg Mechels. " bijna elke dag, ik ben haar gevolgd om te zien hoe het met haar ging." Hij keek naar de grond. "Ik denk alleen dat ze weet dat ik haar volg. Niet dat ik dat ben maar wel iemand. Ze is altijd al te slim." Zei hij. "Dus om je andwoord samen te vatten, je kon je partner niet aan haar lot over laten." Zei Mechels. Hij knikte. "Had ik dat toch goed. Luister Floris als je deze deur uitloopt weet ik van niks meer. Beginnende dementie denk ik." Ze glimlachte naar hem. "Wees niet te veel jezelf, dat heeft ze door. Ze is zo als je zei veel te slim." Hij knikte. "Ik hoop dat je snel de mol vind en je gewoon weer jezelf mag zijn. Dit sloopt je lieve partner." Zei Mechels. "Waar is ze?" Vroeg hij. "Kleed kamer denk ik." Hij knikte en liep de deur uit. "Ik heb geen mogelijkheid gehad me voor te stellen." Zei de jonge Esmee. "Kan dat straks ik moet Eva even vinden." Zei hij zo vriendelijk mogelijk. "Ja natuurlijk." Zei Esmee. Hij liep de kleed kamer in. Hij zag haar gelijk. Ze zat op de grond met haar knie?n opgetrokken en haar hoofd er in verborgen. Zijn hart brak. Hij had haar nog nooit zo gezien. Hij ging op het bankje naast haar zitten. En legde zijn hand op haar knie. "Ga weg." Beet ze. "Praat is met me." Zei hij. Ze schudde haar hoofd. "dat begrijp jij toch niet." zei ze. "probeer me is uit." zei hij haar hand over haar hoofd strelend. "niet doen." zei ze. "sorry. Ik wilde je troosten." zei hij zijn hand terug trekkend. Ze keek op met betraande ogen. Zijn hart brak nog meer. "dat weet ik wel, maar dat deed hij ook. Presies zo. Zal wel komen omdat jullie tweeling zijn." zei ze. "maar wat begrijp ik dan niet?" zei hij. "je moet niet zo lief tegen me zijn." zei ze. Hij begreep dit inderdaad niet. "het is mijn schuld." hij ging naast haar op de grond zitten. "wat is jouw schuld?" ergens wist hij het andwoord al. "Floris." zei ze weg kijkend. "natuurlijk niet. Kijk me is aan." ze schudde haar hoofd weer. "dat maakt het nog moelijker." zei ze snikkend. "Eva luister is. De enige die schuld heeft is de gene die schoot." zei hij haar. "ik had mark moeten neer schietten." zei ze. "dat mag je alleen in extreme gevallen." If you come across this story on Amazon, be aware that it has been stolen from Royal Road. Please report it. ze keek hem weer aan. "dat was dit niet?" vroeg ze. Hoe kon hij duidelijk maken dat het absoluut niet haar schuld was zonder haar te vertellen wie hij werkelijk was? "wat ik van Mechels hoorde heb je correct gehandeld." zei hij. Snikte weer. Hij wilde haar zo graag vast pakken en troosten. Maar dat zou hun band niet ten goede komen, ze had geen idee wie hij was. Hij legde dus maar zijn hand op haar schouder. "neem het je zelf nou niet kwalijk Eva. Dat zou hij ook niet willen." zei hij hopend dat dat haar zou troosten. "hoe weet jij dat nou?" beet ze."je hebt hem al 14 jaar niet gezien." voegde ze toe. En legde haar hoofd weer in haar knieen. "de laatste keer dat ik hem zag was op de verjaardag van mijn tante. Dat was na dat hij hier kwam." jokte hij. "hij had het alleen maar over jou en fleur. En fleur kon ik nog wel snappen dat was zijn kind. Maar die ilustere Eva waar hij het constant over had. Hij beschreef hoe mooi je bent hoe grappig maar vooral hoe sterk. En bijzonder je bent." zei hij. Hopend haar te kalmeren. "hij had geen idee dus." zei ze. "wat bedoel je?" vroeg hij. "ik dacht dat hij me kende. Ik ben helemaal niet bijzonder." zei ze. Hij glimlachte. Hij wist wel dat ze dat vond. Dat was zo mooi aan haar. Bloed mooi. Lief. Stoer en heel bijzonder. Ze wist het alleen zelf niet. "geloof me Eva. Daar in verschillen we niet in mening, jij bent een bijzonder mens." ze keek hem weer aan. "je kent me niet eens." beet ze toe. Hij zuchtte even. Dat was het probleem. Zij wist niet hoe goed hij haar kende. "ik ga weer aan het werk ok. Kom maar waneer je er klaar voor bent." Hij stond op en liep weg. Ze wilde zijn gezelschap niet. Dat moest hij respecteren als hij die band weer met haar wilde opbouwen. Hij ging achter zijn computer zitten. "je moet haar even tijd gunnen." zei Marion. "ze had altijd al een gebruiksaanweizing. Maar sinds jij op je broer lijkt is die erger." zei ze. "ze is de moeite waard." voegde ze toe. Hij knikte. Naar haar. "dank je wel. " zei hij "ik ben Marion trouwens."zei ze. "Erwin Aangenaam." hij schudde haar de hand. Waren ze de eerste keer allemaal zo koel tegen hem? hij liep naar Esmee. "sorry van net." ze glimlachte en stond op. "je partner eerst, dat begrijp ik wel." ze stak haar hand uit. "Esmee van Rooij." hij schudde haar hand. "Erwin Wolfs." hij had zijn undercover naam er zo goed in dat hij hem standaard wist te gebruiken. Na een half uur kwam Eva eindelijk de kleed kamer uit. Marion ontfermde zich acuut over haar. En leek beter te zijn in tot haar door dringen dan hij was. Hij ging maar even alleen op pad. Hij kon het niet aan zien hoe hij zijn geliefde Eva had gebroken. Maar hij moest wel. Hij wist dat als hij de mol die voor Mark Notedop werkte zou ontmaskeren dat de gene waar hij het meest van hield gevaar zouden lopen. Hij wilde niet dat door hem Eva en Fleur wat zou over komen dat zou hij zichzelf nooit vergeven. En Mark was gevaarlijk hij pleegde zelf moorden. Of liet het doen. Zo als Karlijn de Zwart. Zij was vast iemand die dierbaar was voor iemand die een bedrijging voor hem vormden. De Ovj had hem hier op attent gemaakt. Toen hij hem benaarden voor de operatie. Dat zijn dierbaren in gevaar zouden zijn. Dat is warom hij zijn dood in scene ging zetten. wist hij veel dat Eva hem volgden en hem probeerde te redden. Ja hij had beter moeten weten. Ze was altijd al te intiligent en vast beraden. Het was ook niet afgesproken dat hij haar onderschot zou nemen. Maar gelukkig was alles uit eindelijk wel bijna volgens plan gelukt, hij kreeg van een duiker die ter plaatsen was een zuurstof tankje en zwom toen weg. Verborgen in de bosjes zag hij hoe Eva hem achter na wilde gaan. God zij dank had Marion haar kunnen stoppen. In gedachte reed hij terug naar de Ponti. Hij liep de keuken in waar frank en zijn groep koks zwijgend aan het werk waren. Dat was nooit zo ze hadden altijd het hoogste woord. Frank legde zijn vinger op zijn mond en wees naar de bank die verder op stond. Hij zag dat Eva daar inslaap was gevallen. "emotioneel geloof ik een beetje uitgeput." fluisterde frank. "zal ik haar naar bed brengen?" vroeg hij. Frank lachte even. "je bent net je broer met haar. Ik vraag het Maurice wel. Die is bijzonder zacht en zorgzaam als het om zijn zusje gaat."zei Frank. Wolfs knikte en liep naar zijn tijdelijke kamer. Hij was pas 2 dagen zijn zo genaamde tweeling broer maar hij was er nu eigenlijk al klaar mee. Zijn vrienden deden anders. Zijn collega,s waren koel tegen hem maar voor al Eva deed anders. Ze was bot tegen hem. Soms zelfs wat gemeen. Zo was ze niet. Hij wist dat ze verdried had en dat het zijn schuld was. Hij zou haar zo graag vertellen dat hij het was. En dat hij geen keuze had gehad om het zo te spelen. Maar hij moest door zetten. Hij hoopte dat hij snel de mol kon vinden. Hij wilde weer bij Eva kunnen zijn zo als voor heen. Tenminste als ze hem zou vergeven. Te Slim voor haar bestwil "Wolfs, Van Dongen mijn kamer", riep Mechels. Er waren nu een paar weken verstreken. Wolfs was wel wat op het spoor, maar moest van de officier concretere bewijzen vinden. Eva was iets naar hem opgewarmd. Ze beet niet constant zijn hoofd er meer af. "Jullie hebben een nieuwe zaak", zei Mechels het moment dat ze binnenliepen. "Een overval dit keer?" riep Eva licht ge?rriteerd. De laatste 2 weken waren ze alleen maar op wat Eva ''straatklusjes'' noemde afgestuurd. "Nee, Eva, een moord," zei Mechels. "Eindelijk", riep Eva. Wolfs lachte even. Zo kende hij haar weer. Eva trok de map uit Mechels handen. En ze vertrokken. Op het pd lag een jongen. Dat was het beste dat ze hem kon beschrijven, een van de Fo jongens gaf haar een ID-kaart "Merlijn Kramer". "Mijn God 15 jaar", zei ze. "Wat weten we verder?" vroeg Wolfs. "Om het leven gebracht met messteken." "In een kruispatroon, zoals de katholieken een kruis slaan", zei Timo. "Modes operand van Mark Notedop dus", zei Wolfs. "Hoe weet jij dat nou?" Vroeg Eva. "Ik heb me in gelezen", ze knikte, maar bleef hem wat vreemd aankijken. "Zeg meneer Wolfs." Je broer had alleen oog voor de charmante dame naast u maar. Misschien wil jij een keertje uit eten?" vroeg Timo. Eva schoot in een schater lag. "Het spijt me, Erwin," zei ze met tranen in haar ogen van het lachen. Hij vond het heerlijk om haar weer te zien lachen. Even het licht in haar ogen weer aan te zien gaan. "Ik geloof dat we niet zo bij elkaar passen, dokter?" zei hij. "Rozenveld." "Maar jij mag Timo zeggen hoor", zei hij. Eva lachte weer maar iets minder hard. "Ik had je moeten vertellen dat Timo nogal gesteld was op Wolfs", zei ze nog na giechelend. "Nu even terug naar het werk." "Naast de messteken nog meer opvallende dingen?" vroeg ze. "Momenteel niet, het moordwapen is niet gevonden." "Maar na autopsie weet ik meer." zei Timo. "Nou, ik ga deze arme jongeman inpakken voor zijn gratis ritje.", riep hij. Wolfs draaide met zijn ogen. "Kom je mee?" vroeg hij aan Eva. Ze knikte en liep met hem mee naar zijn auto. "Wat wil je doen?" vroeg hij. "We moeten zijn ouders op de hoogte stellen." Zei Eva. "Ik haat die momenten", voegde ze toe. Hij keek naar haar door zijn achteruitkijkspiegel. "Moet ik het doen?" vroeg hij. Ze schudde haar hoofd. "We zijn partners, dat doen we dus samen." "Zei ze resoluut." Ze tikte op haar smartphone en deed hem aan haar oor. "Ja Esmee." "Kun jij voor mij uitzoeken wie de ouders zijn van Merlijn Kramer?" vroeg ze. Ze wachtte een minuutje, bedankte Esmee en hing weer op. "Ooh ook dat nog. Vader van Merlijn is Peter Kramer. Zijn moeder Mirjam is een jaar geleden overleden. "Ook een misdrijf", zei ze. "Ik heb nu al medelijden met de man." Zei Eva naar haar telefoon kijkend. "Dan denk ik dat Mark het inderdaad gedaan heeft of laten doen. "Als je een bedreiging voor hem bent, maakt hij jou niet af.", zei hij. "Wat bedoel je?" vroeg eva. "Hij wil dat degene die de bedreiging vormt laten lijden."Zei hij. "Dus hij doodt de bedreiger niet, maar degene waar hij of zij het meeste van houdt," zei hij. "Daar zou je gelijk in kunnen hebben." Zei ze met een mild verraste toon. Hij glimlachte naar haar. "Waarom zo verrast?"Vroeg hij. "Dacht je dat ik dat niet kon bedenken?" Zei hij plagend. Eva bloosde. "Je bent zo prachtig." Fluisterde hij. "Wat zei je?" Hij concentreerde zich op de weg "niets. innerlijke samenspraak". Zei hij zich schamend. Meneer Kramer, het nieuws over zijn enig kind vertellen, was verschrikkelijk. De man stortte volledig in. Zelfs zo erg dat hij in elkaar zakte en Wolfs een ambulance moest bellen. Eva voelde diepe medelijden met hem. Aangekomen bij de ponti pakte ze haar eigen auto en reed weer gelijk weg. "Waar moet zij zo snel heen?" Vroeg Maurice, die net buiten kwam. "Ik volg haar wel." Zei hij. Hij was net zo bezorgd als Maurice. Een emotionele Eva kon gekke sprongen maken. Ensure your favorite authors get the support they deserve. Read this novel on the original website. Hij had het kunnen weten. Ze was bij zijn graf. Hij liep zachtjes naar haar toe om haar niet te laten schrikken. "15 jaar pas." Ving hij op. Dit was typisch zijn Eva. Het niveau van vertrouwen dat ze met hem had voor zijn dood in sc¨¨ne was gezet was vele malen dieper. Dus besprak ze dat bij het lege graf. Hij stapte op een tak die onder zijn voet brak. Eva draaide zich in een flits om. "O jij bent het." Ze had gehuild. Haar wangen waren nog nat. "Sorry." Ik wilde je niet onderbreken." Ze haalde haar schouders op. "Wat doe je hier?" Vroeg ze. Stom natuurlijk dacht ze. hetzelfde als wat zij daar deed. "Ik maakte me zorgen, je was wat overstuur toen je weg ging." Zei hij naar haar toe lopend. "Dat valt wel mee." Zei ze haar ogen afwendend. Hij stond nu dicht bij haar. Zijn hart bonsde, zo dicht bij had ze hem al weken niet laten komen. "Op dit soort dagen is het gewoon een rotvak." Zei ze met verse tranen in haar ogen. Zonder na te denken legde hij zijn hand op haar wang en streelde haar met zijn duim om haar te troosten. "Daar heb je gelijk in, Eef." Zei hij. Haar blik veranderde van verdriet in een van woede. "Wat is er?" Vroeg hij. "Jij gaat mij nu heel eerlijk antwoord geven." Zei ze. "Wat bedoel je?" Hij haten het als ze zo naar hem keek. "Floris?" Zei ze. "Jij bent Floris." Ze ademde woedend door haar neus. "Niet tegen me liegen Floris Wolfs." Alleen jij raakt mij zo aan en noemt me Eef." Hij had het kunnen weten. Ze was te slim om daar niet doorheen te prikken. "NOU?" Riep ze haar lippen dun makend. Hij keek haar diep in haar ogen aan. "Ja, ja Eva, ik ben Floris." Zei hij. "Vergeef me alsjeblieft." Zei hij smekend. Maar hij zag wel in haar ogen dat er in ieder geval op dit moment van vergeven geen sprake was. "HOE KON JE?" Schreeuwde ze en sloeg haar vuisten op zijn borst. "AL DIE MAANDEN! HOE KON JE ME DIT VERDOMMEN AAN DOEN? Hij liet haar maar schreeuwen en tegen zijn borst aan slaan. Hij verdiende dit. "Ik heb God." V... dagen. Maanden om je gerouwd. Maanden me schuldig gevoeld. IK HEB MAANDEN NIET KUNNEN WERKEN, OMDAT IK DAGT JE NU ECHT KWIJT TE ZIJN. HOE KON JE ME DIT AAN DOEN? Brulde ze. "UITGEREKEND JIJ!" Ze viel op de grond. "Eva!" Hij wilde haar omhoog helpen, maar ze trok haar arm weg. "Raak me niet aan." Dat deed hem meer pijn dan haar vuisten of het schreeuwen. Ze stond weer op en keek hem aan. "Ga." Ze keek hem nog steeds woedend aan. "Uit mijn ogen Floris Wolfs. Ik wil je nooit meer zien." Zei ze. "Laat het me uitleggen. Alsjeblieft Eef." Ze schudde haar hoofd. "Donder op. Ik wil jou nooit meer zien." Hij knikte. "Het spijt me." Zei hij en draaide zich om. Toen hij wegliep, hoorde hij haar in snikken uitbarsten. Hij wilde teruggaan en haar troosten. Maar dat wilden ze vast niet. Hij had haar nog meer pijn gedaan. Iets wat hij wilde voorkomen. ''Ach.'' Dacht hij. ''Nu komt Mark in ieder geval niet achter haar aan.'' Met tranen in zijn. Ogen liep hij weg en reed naar huis. "Erwin. Ik ben net klaar met koken." Riep Frank. "Nu niet." Riep hij en liep naar zijn kamer, pakte zijn spullen, liep door naar boven en pakte de meest dierbare dingen ook in. Daarna pakte hij pen en papier en schreef iets op, vouwde het dubbel, schreef iets aan de boven kant en liep weer naar beneden. "Waar ga jij heen?" Vroeg Frank. "Weg." Hij gaf het papiertje aan Frank. "Wil je dit aan Eva geven en vragen of ze het echt wil lezen?" En haar duidelijk maken dat het echt het laatste is wat ik haar vraag." Zei hij. "Dan kwets je haar." Zei Frank. Wolfs zuchtte. "Dat heb ik al gedaan." Zei hij en hij liep weg. Hij stapte zijn auto in toen hij de hare zag parkeren. Hij zuchtte. "Dag, mooie lieve Eva. Het spijt me." Zei hij zachtjes en hij reed weg. Voorgoed voorbij? Ze sloeg met de deur en stormde de trap af. "Ik wist niet dat Storm Eva vandaag werd verwacht." Zei Frank. "Je bent de leukste thuis." Riep ze. "Erwin vroeg me deze te geven. En erbij te zeggen deze echt even te lezen. En dat het zijn laatste verzoek was." Zei hij. Ze nam het papier aan. "Eef." Stond erop. Ze wilden het doorscheuren, maar kon het niet. Ze vouwde het open. "Mijn mooie, liefste Eva. Ik weet dat je woest op me bent. Ik kan je geen ongelijk geven. Ik wil het uitleggen voordat ik je voorgoed verlies. Ik ben undercover. Er is ergens in Limburg een politieagent die lekt naar Notendop. O.V.J. John De Groot benaderde mij een maand eerder. Hij wilde dat ik die mol vond. Ik vond dat dat undercover moest. Omdat als die mol me op het spoor was, zouden Fleur en jij in gevaar zijn. En zoals ik je al vertelde, pakt Mark waar een dreigende het meest van houdt. Dat zijn bij mij Fleur en jij. Dus bedachten de O.VJ. En ik dat ik dan moest ''verdwijnen'', jij had daar niet moeten zijn, Eef. Nee, ik geef je niet de schuld. Ik had je beter moeten inschatten. Veel te slim om mij niet te volgen. Veel te trouw om mij niet te willen beschermen. Veel te lief om me niet te willen redden. Het is mijn eigen schuld. Het was ook niet de bedoeling dat ik terug zou komen in Maastricht, maar dat ik in Valkenburg zou gaan werken. Nieuwe plek, verse start, maar ik wilde weten of jij en Fleur ok¨¦ waren. Toen ik je vond op het kerkhof en zag hoe ik je had gebroken, kon ik niet meer vertrekken en je achterlaten. Ik weet dat je het nu wel snapt. Ja Eef, ik was die creep met die capuchon op. Ik wilde je helpen genezen lieverd. Je niet nog meer pijn doen. Het spijt me. Ik weet dat je me haat nu. Je hebt gelijk. Ik vraag morgen overplaatsing. Ik zal je wens gehoor geven. Mij zul je nooit meer zien. Ik weet dat je dit niet meer wilt horen, Eva. Maar je vroeg me op je zwakst of ik van je hield. Dat antwoord is ja natuurlijk. Ik houd van je Eef. Altijd al. Vaarwel, liefste lieve Eva, vergeet mij, maar snel, het ga je goed. Floris." Op de achterkant van de brief stond het adres van het hotel en dat hij daar een maand zou blijven. Mocht ze nog met hem willen praten. Tranen van woede, verdriet maar ook blijdschap. Rolde over haar wangen. Haar emoties deden tikkertje. Undercover veranderde wel het een en ander. Maar veranderde dat genoeg? Ze hield van hem. Dat kon ze niet uitwissen. En de wetenschap door die brief dat hij dat ook voelde, maakte het niet eenvoudiger. Ze wist niet eens zeker of ze meende wat ze zei. Dat ze hem nooit meer wilden zien. Misschien tijdens haar woede-uitbarsting wel even. Maar ze had al spijt van die woorden op de rit naar huis. The story has been illicitly taken; should you find it on Amazon, report the infringement. En nu ze erover nadacht. Hij had niet teruggeschreeuwd. Hij had haar laten schreeuwen en op hem in laten slaan zonder zelf boos te worden. Hij wilde het uitleggen. Maar ze was te woedend om naar hem te luisteren. Maar ja. Hij had wel gelogen. En niet over iets kleins. Hij had haar maanden verdriet gedaan. Dat deed je iemand waar je van houdt toch niet aan? En iemand die je werkelijk vertrouwd vertelde je toch over zo''n plan? Het emotionele spelletje pingpong maakte haar duizelig. Ze moest haar gedachten ordenen. Ze had tijd nodig. Zonder ook nog maar iets te zeggen liep ze naar boven. Naar zijn oude kamer. Er misten spullen. Zijn motor, Jacks zijn helm. Een paar schilderijen en een stel foto''s, een van hem en Fleur. Een van het korps en zijn lievelingsfoto van haar. Ze haalde haar neus even op. Op zijn bed lag nog altijd dat stomme overhemd. Dat blauwe ding. Het was zijn favoriet. Ze sliep er regelmatig in. Er lag een papiertje op. "Voor jou, Eva, voor als je me ooit vergeeft." Had hij erop geschreven. Ze veegde een traan weg. En hing het behoedzaam op een hangertje in zijn nu verder lege kast. Wat moest ze nou? Hij was weer zo begrijpend naar haar. En zoals altijd sloot hij zijn eigen gevoel weer op om haar gevoel en wensen te respecteren. Haar hart bonsde. En haar gedachte speelde tikkertje. ''Hij loog tegen me'' was er een. ''Maar het spijt hem en hij kon er niet veel aan doen'' was een tweede. ''Vergeef hem nou'' was ook een gedachte in het tikspel. ''Vergeven?'' Hij had je moeten vertrouwen.'' Was de laatste gedachte. Ze rende wild rondjes in haar hoofd en hart. Ze ging naar haar eigen kamer en ging liggen. Ze moest helder nadenken. Maar kon ze dat nog wel? En als ze hem na een maand niet kon vergeven. Maar bij voorbeeld over 2 maanden wel. Was ze hem dan alsnog voor altijd kwijt? Maar ze zei zelf hem nooit meer te willen zien. Meende ze dat? Of was het een eerste reactie? Uitgeput van al de vragen en emoties die tikkertje spelen viel ze in een onrustige slaap Ontmoeting Er waren 4 maanden verstreken. Mechels had zijn overplaatsing afgekeurd. "Ik wil mijn koningskoppel niet verliezen." was haar argument en gaf hem speciaal verlof. Hij had ondertussen zijn onderzoek naar de mol niet gestaakt. Als hij Eva dan kwijt was, wilde hij dat haar verliezen in ieder geval zin had gehad. Hij miste haar. Hij had naar haar geluisterd. Zij had hem niet meer gezien. Hij had haar wel even gezien. Hij had haar toevallig op straat zien lopen naar een Pd, vermoede hij. Ze zag er niet goed uit. Haar ogen waren weer zo dof. Ze leek gelukkig in ieder geval weer te eten. Hij had haar beschadigd. Misschien had hij inderdaad beter vertrokken. Haar om zijn verlies laten rouwen. Dan was ze er nu wel overheen geweest. Hij wist niet wat erger was. Haar nooit meer zien omdat hij ''dood'' was of haar tegen het lijf kunnen lopen en haar dan met haat in haar ogen naar hem terug te zien kijken. Eva had het blijkbaar niemand verteld. Af en toe kwam hij Frank tegen. En vroeg hem dan hoe het met haar ging. "Ze lijkt een beetje beter", zei hij de laatste keer. Dat deed hem goed. In ieder geval leek ze op de weg terug naar de Eva waar hij verliefd op was. Niet de Eva die hij haar had gemaakt. "Je moet eens langskomen, dan kun je haar zelf zien," zei Frank dan. Hij sloeg dat altijd maar af met een reeks aan smoezen. Hoe vreselijk hij haar ook miste. Zijn onderzoek zat ook muurvast. Hij was wel iemand op het spoor geweest. Ene Robert Westerveld. Maar hij bleek geen mol te zijn. Hij lekte informatie naar Charles Bakker in opdracht van zijn korpschef om hem zo voor alle misdaden die hij had gepleegd te kunnen pakken, om zo het ''team'' om Notendop heen zo veel mogelijk te verkleinen. Zijn vriendin Johanna had dat bijna met de dood moeten bekopen. Gelukkig werd ze net op tijd gevonden en lag ze nu op een bewaakte vleugel in het ziekenhuis. Hoe Notendop aan de informatie kwam, wist hij wel. Die mol. Maar wie het was kon hij steeds zijn vinger niet leggen. Hij had hier Eva voor nodig. Zij was zo veel slimmer dan hij. Zij keek anders naar dingen. En regelmatig zei ze iets waardoor hij het ineens zag, of wist hij haar net dat juiste flintertje bewijs te wijzen om een zaak op te lossen. Gefrustreerd klikte hij zijn laptop weer dicht. En keek om zich heen, het was een prachtige zonnige dag dus hij had besloten om op een terras te gaan werken. "Hoi Erwin", hoorde hij de stem van Maurice zeggen. Hij draaide zich om en zag het lachende gezicht van Eva''s broer. "Hey", zei hij en zette een stoel opzij. "Ga zitten, wil je wat drinken?" vroeg hij. "Ja, een biertje," zei Maurice. "Het is 11 uur Maus.Ik denk niet dat Eva dat goed vindt," zei hij. Maurice had een drankprobleem. Hij dronk het liefst de hele dag bier. Sinds hij bij Eva en Frank woonde in de ponti ging dat, omdat Eva op hem lette, best goed. Maar soms probeerde hij bij vrienden nog wel een biertje eruit te slaan. "Ja, misschien heb je wel gelijk.Colaatje dan." zei Maurice. Wolfs glimlachte en bestelde. "Hoe gaat het thuis?" vroeg hij maar voorzichtig. "Ja, dat gaat wel eigenlijk. Eva wil proberen of ik wat kan gaan doen voor een boer in de Geul. Frank krijgt het steeds drukker. Hij zat eraan te denken ook Floris zijn kamer te verhuren, maar daar wilde Eva niets van weten.Daar werd ze heel erg boos om", zei hij nonchalant. Dit vond Wolfs vreemd. Als ze hem echt zo haatte, waarom zou ze dan nog steeds vasthouden aan zijn kamer? "En met Eva?" vroeg hij. "Ja, ze eet weer. Niet zo vaak wat Frank kookt. "Hij vindt het vervelend, joh," zei Maurice lachend. "Maar ja, hij maakt vaak vis." Wolfs glimlachte. "Ja Eva, haat vis," zei hij. "Hoe weet jij dat nou?" Toen jij bij ons woonde, at ze niks," zei Maus. "Nou ja, het zal wel, maar in ieder geval ze haalt vaak iets," zei hij, "laat me raden. Babi pangang met nazi in plaats van rijst.Of met Bami en een loempia met daarbij gestoken kroepoek," zei Wolfs. Hij kende het lievelings eten van Eva, ook al vond hij dat zelf bijna niet te eten. Maus keek hem weer vreemd aan. "Jij weet veel te veel van haar. Je bent geen stalker of zo, h¨¨?" vroeg hij. "Want dan moet ik je toch echt in elkaar slaan", zei Maurice. Hij was nog beschermender over zijn mooie stoere zusje dan Wolfs zelf was. "Ik heb het haar tegen Marion horen zeggen", loog hij. Maurice leek dit te geloven. "Maus, het is 11 uur. Wat doe je op een terras?" hoorde hij Eva roepen. Zijn hart ging 10 keer harder tekeer dan normaal. "Met Erwin een colaatje drinken. Toch Erwin. Ja, ik vroeg wel om een biertje, maar dat vond Erwin ook te vroeg," verklaarde Maurice aan zijn zusje. "Moet jij niet werken dan Eva?" vroeg hij. Wolfs probeerde zich zo veel mogelijk te verstoppen. "Lukte even niet Maus. "Voel me niet zo lekker", zei ze. "Wat is er dan Eva? Je bent toch niet ziek, h¨¨? Nee, want dan moet je gelijk naar de dokter hoor. Of naar het ziekenhuis. Want eva die toegeeft dat ze ziek is, h¨¨ Erwin, dan moet je haar eigenlijk al in een ziekenhuisbed leggen," zei Maurice bezorgd klinken. "Nou Maus, niet zo overdrijven hoor. "Ik had hoofdpijn en kon me niet concentreren, dus heeft Mechels me naar huis gestuurd." Heel even kruisten hun blikken elkaar. Hij zag geen haat in haar ogen, maar kon ook niet plaatsen wat hij dan wel zag. "Maus, mag ik even alleen met Erwin praten?" vroeg ze. "Waarom?Jij wilt het nooit over hem hebben thuis." zei hij. Maurice zijn autisme maakte hem goudeerlijk. Maar daardoor begreep hij dingen ook niet. "Alsjeblieft Maus?" zei eva in haar bekende licht kinderlijke stem. "20 minuutjes. Dan mag je van mij een biertje met hem drinken, ok¨¦?" zei ze. "Beloofd?" vroeg hij. "Beloofd", zei Eva streng kijkend. Maurice stond gelijk op en liep weg. "Weet je dit zeker, Eef?" vroeg hij. "Ja.En dan heb ik het niet over het biertje", ze ging bij hem aan tafel zitten. "Hoe gaat het?" vroeg ze. "O, ik haat dit, ik begin zo clich¨¦." Hij glimlachte naar haar. Niet zeker wat hij moest of kon doen. "Wil je dat ik clich¨¦ reageer of met de waarheid?" Vroeg hij. "De waarheid, jij hebt al genoeg leugens verteld," zei ze, maar het klonk niet beschuldigend. Wel lichtgewond. "Een woord. Rot. Hoeveel ik je ook respecteer Eef ik mis je. Ze glimlachte heel licht en keek naar de grond. "Dat zal best ja", het klonk in zijn oren alsof ze gewoon wat gezegd wilde hebben om tijd te cre?ren om na te denken. "Hoe is het met jou?" vroeg hij op zijn beurt. "Kut", flapte ze eruit. Dit deed hem pijn. "Het spijt me, Eva. Ik had het anders willen zien." Ze haalde haar schouders op. "Mechels vertelde me dat die officier van Justitie flink boos op je was, omdat je hier weer terug wilde komen," zei ze. "Zeg maar gerust, net zo woest als jij was.Alleen had hij minder reden." zei hij. Eva glimlachte even. "Ik was woedend op je, maar ook op mezelf dat ik het niet eerder zag. Opgelucht omdat je niet bent verdronken.En," zei ze haar zin afbrekend. "En wat?" vroeg hij. Ze praatte met hem. Hij wilde niet dat dat stopte. Ze klonk zelfs vriendelijk. Zelfs bijna begrijpend. "Weet ik niet. Ik probeer die ''En'' al 4 maanden in te vullen, maar dat lukt niet," zei ze, en keek even naar hem. "Hoe is het op het werk?" vroeg hij om de situatie weer vlot te trekken. "Nog erger. 3 moorden en 1 poging tot moord die we kunnen linken aan Notendop. We zijn er wel zeker van dat hij het is. Zijn favoriete huurling zit achter de tralies", zei Eva. "Maar?" vroeg hij. "Maar hem of die snert mol van hem vinden lukt niet", zei ze, hij keek haar ongelovend aan. "Jij zoekt die mol? Eef, dat is gevaarlijk." Riep hij uit. "Voor jou niet dan?" vroeg ze ge?rgerd. "Sorry.Maar waarom?" ze lachte even. "Je denkt toch niet dat ik jou met de eer laat strijken, h¨¨? Ik wil hem eerder vinden." ze klonk speels. The story has been taken without consent; if you see it on Amazon, report the incident. "Wat nu?" vroeg hij. "Wat bedoel je?" vroeg ze. "Zie ik je hier na nooit meer?" zei hij. "Dat wordt wat moeilijk als jij hier koppig blijft rondhangen", zei ze. Maar het klonk niet als een verwijt. Het klonk niet eens boos. "Wil je me nog wel zien dan? Na alles wat ik naar je heb geroepen op dat kerkhof?" zei ze. En keek naar de grond. "Dat had ik allemaal verdiend. Ik had je moeten vertrouwen. Ik heb je pijn gedaan. Je beschadigt. Dat", hij maakte zijn zin niet af. "Dat moest jij doen." Vulde Eva aan. "Ik heb lang nagedacht. Misschien wel te lang", zei ze oog rollend. Hij glimlachte. Hij vond haar zo prachtig als ze zichzelf mild op haar kop gaf. "En?" vroeg hij voorzichtig. "En ik snap je. Erg h¨¨?" zijn hart voelde iets lichter. "Jij wilde mij en Fleur beschermen. Door ''dood'' te zijn zouden ze niets hebben om je mee te laten lijden. ''Erwin'' had alleen jou. Verder niemand", hij knikte. "Moet ik het echt? Zeggen Wolfs?" ze keek hem aan. "Ik denk dat als je zegt wat je op je hart hebt, het wel oplucht," zei hij hopend dat het positief was. Ze stond op. "Eef alsjeblieft. Als je me nooit meer wilt zien, zeg het me dan. Dan ga ik wel terug naar Amsterdam of zo. Zij hij opstaand en haar arm zachtjes pakkend. Haar aanraken stuurde een tinteling door zijn lichaam. Ze draaide zich om en kuste hem. Een paar seconden was hij van de schok even verdoofd. Maar kuste haar daarna terug. "Is dat antwoord genoeg?" vroeg ze. Hij was even van slag. Hij wist even niet hoe hij moest reageren "goed dan. Als je het zo graag wilt. Ik vergeef het je," zei ze. In zijn hoofd gingen honderden vuurpijlen af. Hij was haar niet kwijt. "Kom weer naar huis. Het is zo dom stil zonder jou. En iemand moet frank vertellen dat vis geen lekker eten is." zei ze. Het licht in haar mooie zilvergrijzen ogen was weer aan. Dat maakte haar zo veel mooier. "Maar ik lust ook vis Eef. " Zei hij. "Ja, dat weet ik ook wel.Maar jij maakt ten minste ook nog eetbare dingen," hij lachte. "Wat is er zo grappig?" Vroeg ze. "Dat ik blijkbaar eetbaardere dingen maak." Hij omhelsde haar. Het was het beste gevoel dat hij ooit had. Haar weer in zijn armen te kunnen voelen. "Hoe moet dat nu met ons verder? "Vroeg hij. "Jij komt mee naar huis, en komt weer gewoon werken. Nog wel undercover. Maar gewoon weer werken." Zei ze "gaan we dwingen?" Zij hij plagend. "Als jij mij dat mocht aandoen en ik je kan vergeven, mag ik dwingen." Zei ze hem aan kijkend." Hij kuste haar voorhoofd. "Je hebt gelijk. "Dat waren 25 minuten, Eva." Hoorde hij Maus zeggen. Eva glimlachte even en maakte zich van hem los. Voor het eerst in maanden was het weer een oprechte glimlach. "Als je nog even geduld kan opbrengen, Maus, krijg je dat biertje thuis." Zei ze. "Dat is niet eerlijk, Eva, ik zou hem van Erwin krijgen." Ze keek van Maus naar Wolfs. "Krijg je ook. Maar thuis." Zei ze. "Maar dat wil hij niet." Riep Maurice boos. "Jawel. Eva is niet meer boos op me, dus kan ik weer naar jullie toe komen." Zei hij. "Kom je dan ook weer gewoon bij ons logeren?" Vroeg hij. "Nou, Maus, als jij Erwin nou een helpt met zijn spullen in de auto zetten." Zei ze. "Ja, maar dan wil ik wel 2 biertjes hoor." Zei Maurice. "Vooruit dan eentje als we thuis komen en eentje bij het eten ok¨¦?" Zei Eva. Maurice knikte enthousiast en ging razendsnel Wolfs helpen met zijn spullen. Die avond had Frank zijn hand over zijn culinaire hart gestreken en had hij ingestemd met Chinees. En keek verheerlijkt naar Eva die het enthousiast naar binnen schoof. "Na de eerste hap nemend uit haar loempia keek ze Wolfs aan. "Dat is nou het lekkerste, h¨¨, met zo''n plak kroepoek ertegenaan." Hij lachte even. Hoe vaak hij het haar ook zo had zien eten, ze moest het hem altijd even vertellen. Frank leek wat jaloers, maar zei verder niets. "Smaakt het?" Vroeg Wolfs plagend. Schrokkend knikte ze. Dit was weer zijn Eva. De Eva die hem stapelgek maakte met de kleinste blik. De Eva waar hij smoorverliefd op was. Die nacht lag hij voor het eerst sinds de operatie was begonnen in zijn eigen bed. Hij had het gemist. Zijn eigen matras. Zijn eigen dekens. Zijn eigen bekende muren. Frank had het raar gevonden dat Eva instemde om ''Erwin''. Zijn kamer te geven, maar hij wist beter dan er tegenin te gaan. Hij viel bijna in slaap toen hij zijn deur open hoorde gaan. "Eef?" Vroeg hij fluisterend. "Wie anders? Timo?" Grapte ze en kroop bij hem in bed. "Ik voelde me alleen." Beantwoorden ze zijn niet gestelde vraag. "Dat kunnen we niet hebben." Zei hij haar in zijn armen nemend. Ze zoende hem en deed haar topje uit. "Weet je dit zeker, Eef?" Zei hij haar arm strelend. Ze knikte en zoende hem weer. "Ik heb zin in je." Zei ze. En zoende hem. Hij werd wakker van zijn iPhone, Eva lag er nog. Hij glimlachte en drukte zijn telefoon uit. Hij wilde haar niet wekken. Hij hoopte haar te kunnen overtuigen nog een dagje te spijbelen. Hij kuste haar zachtjes op haar slaap. Ze protesteerde slapend. Ze was op haar mooist zo. Rustig in een tevreden diepe slaap. Na een paar seconden deed ze haar ogen open. "We moeten opstaan." Zei ze. "Je mag ook nog wel blijven liggen hoor." Zei hij haar zachtjes strelend. "Hoe bedoel je?" Vroeg ze. "Nou, ik heb onbepaalde tijd verlof. En jij bent ziek naar huis gestuurd. "Dagje langer uitzieken kan toch geen kwaad." Zei hij haar op haar arm kussend. "Hm." Zei Eva bedenkelijk en ging boven op hem zitten. "Jij wilt dus spijbelen?" Zei ze. Hij knikte. "Ok¨¦, maar dat kost je wel zwijggeld." Zei ze plagend. "En dat is?" Vroeg hij. Eva lachte en zoende hem. "Ik denk dat je dat wel kan bedenken." Zei ze uitdagend en zoende hem weer. Ze stond op en kleedt zich in zijn blauwe overhemd. En liep naar de deur. "Wat ga je doen?" Zei hij ook opstaand. "Lunchen." Zei ze. En deed de deur open. In twee stappen stond hij bij haar en kuste haar in haar nek. "Daar heb ik dus nog geen zin in." Zei hij. "Niet?" Vroeg ze. Plagend. Hij duwde haar zachtjes de kamer weer in. "Nee. Is het nog te vroeg voor." Hij duwde haar terug op bed. Eva gaf een verraste gil. " God, wat ben jij verslavend, mevrouw Van Dongen." zei hij en kuste haar. "Ben jij verslaafd dan?" Zei ze pestend. "Vreselijk, jij zou op de verboden middelenlijst moeten staan." Zij hij grinnikend terwijl hij een paar knoppen van haar overhemd los maakte. "BLIJF MET JE POTEN VAN HAAR AF." Schreeuwden Maurice en trok Wolfs bij Eva weg. "Jij vuile smeerlap." Brulde hij en gaf hem een stomp in zijn maag. "Maurice." Riep Eva en stond weer op. "Jij moet met je poten van mijn zusje afblijven." Maurice gaf hem weer een stomp. "MAUS OPHOUDEN." Riep Eva, maar hij leek haar niet te horen. Hij pakte de honkbalknuppel die naast zijn slaapkamerdeur stond. Eva dook tussen hem en Wolfs in. "MAURICE VAN DONGEN, LEG DIE KNUPPEL NEER EN LUISTER NAAR ME." Riep Eva. "Aan de kant, Eva. Hij moet leren van je af te blijven." Riep Maurice. "Leg dat wapen neer, Maus. Hij doet niets dat ik niet wil." Ze had haar hand waarschuwend uitgestoken en keek hem indringend aan. "Hoor je me?" Riep ze. Hij liet de knuppel zakken. "Hij zat aan je." Riep Maurice. "Ja. Maar dat was niet ongewenst, Maus." Zei Eva. "Zet je knuppel terug." Hij keek verward. "Nu Maus!" Zei Eva. Maurice zette zijn knuppel terug bij de deur. " Rustig maar Maus. Ik weet het, je wilt me beschermen, maar dat is niet nodig." Ze draaide zich om. "Heeft hij je erg pijn gedaan?" Vroeg ze. Wolfs schudde zijn hoofd. "Gaat wel." Zei hij. "Toch maar gaan lunchen dan?" Vroeg Eva. "Dat lijkt me veiliger, ja." Zei hij:" Ik ga even douchen. "Dan zie ik je zo." Zei Eva en vertrok naar haar eigen kamer. Toch gescheiden Hij liep de keuken in. Aan tafel zat Frank, hij keek hem woedend aan. ¡°Durf je wel?¡± ¡°Vroeg, wat bedoel je?¡± Vroeg hij. Frank leek al te veel te hebben gedronken. ¡°Ze zou nu eindelijk van mij worden.¡± Riep hij. ¡°Ze was woedend op jou. Dus kon ik haar troosten.¡± Frank sloeg op de tafel. ¡°En dan kom jij terug. En omdat jij op hem lijkt.¡± Zei hij. Frank stond op en zwalkte wat. ¡°Ze voelde iets voor hem. Niet voor jou, jij maakt er misbruik van.¡± Zei Frank. Hij klonk heel dronken. ¡°Ze is verliefd op je broer. Niet op jou. Je misbruikt de situatie.¡± Riep hij. ¡°Frank, doe eens rustig.¡± Zei hij. Luister Erwin, jij bent hier niet meer welkom. Ik pikte dat Floris met haar... omdat zij van hem hield net zo veel als hij van haar. Maar jij. Jij gebruikt haar gevoelens. Jij gebruikt haar.¡± Zei hij. En Frank sloeg hem. ¡°MIJN HUIS UIT.¡± Brulde Frank. ¡°Je begrijpt het niet Frank.¡± Zei Wolfs. ¡°O, ik begrijp het maar al te goed. Jij dacht mooie vrouw, en Floris heeft jou vast verteld wat hij voor haar voelde. En jij als zijn tweelingbroer dacht vast. Daar kan ik wel mijn behoeftes op botvieren.¡± Zei hij. ¡°Wist die broer van jou dat ik ook van haar hield, h¨¨?¡± Zei Frank. ¡°Ja, dat wist ik wel ja.¡± Zei Wolfs. ¡°Jij gebruikt haar Erwin.¡± Herhaalde hij. ¡°Ik ga al Frank. Ik wil geen ruzie.¡± Eva liep de keuken in. Haar haren vielen nat en nog los op haar rug. Hij vond haar zo mooi dan. ¡°Goede middag.¡± Riep ze vrolijk. ¡°Of niet zo goed.¡± Zei ze de sfeer voelend. ¡°Hij gebruikt jouw Eva.¡± Zei Frank. ¡°Waar heb jij het over.?¡± Vroeg ze. ¡°Ik heb jullie gehoord, Eefke.¡± Zei hij. ¡°Dat haat ze Frank, dat zou je inmiddels moeten weten.¡± Zei Wolfs. "Houd je er buiten!" Riep Frank, jij moet oprotten.¡± Zei hij. ¡°Ik ga. Maar alleen als jij haar weer met respect behandelt, Frank.¡± Zei hij. ¡°Jij gaat nergens heen.¡± Zei Eva. ¡°Eef alsjeblieft.¡± Zei hij. ¡°Ik zie je op het werk weer. Maar om de vrede te bewaren ga ik.¡± Zei hij. Eva kuste hem. ¡°Jij gaat nergens heen Floris.¡± Zei ze. ¡°Zie je wel. Je misbruikt haar.¡± Zei Frank. ¡°Flor is dood, Eva. En dat spijt me, maar in zijn broer hem weer zien is niet goed voor je.¡± Zei Frank. You might be reading a stolen copy. Visit Royal Road for the authentic version. ¡°Frank, je bent dronken, dit weet je morgen niet meer.¡± Zei Eva. ¡°Het is al goed, Eef.¡± Zei Wolfs. ¡°Ik ga wel.¡± Eva schudde haar hoofd. ¡°Nee.¡± Ze kuste hem weer. ¡°Jij blijft bij mij.¡± Ze keek hem indringend aan. ¡°Verdorie, Eef je weet dat ik je zo niets kan weigeren.¡± Ze knikte. ¡°Dat weet ik.¡± Zei ze grinnikend. ¡°Frank, laat het gaan.¡± Zei ze hem. ¡°Eva, hij misbruikt je.¡± Zei hij. ¡°Ik ga Eva.¡± Zei Wolfs. ¡°Ik wil geen ruzie.¡± Zei hij. ¡°En het is ook veiliger voor jou.¡± Zei hij en liep naar zijn kamer om een paar spullen te pakken. ¡°Wolfs, blijf nou.¡± Zei ze toen hij de keuken weer in kwam. ¡°Ik moet gaan. Frank wil dat ik ga. En het is ook beter. Nee, Eva, kijk me niet zo aan. Ik houd van je, Eva. ¡°Als hij dat weet, dan ben jij in gevaar¡±, zei hij. ¡°Dat was ook de reden voor die geveinsde dood. Ik had naar Valkenburg moeten gaan.¡± Zei hij "jij was veiliger.Shit waarom kon ik je niet achterlaten. Dat was veiliger geweest voor jou.¡± Hij streelde haar wang. ¡°Ik...¡± zei hij. Hij wist wat hij moest zeggen. Hij zou naar Valkenburg moeten om haar te beschermen. Daar undercover blijven tot het veilig was. Maar dat wilde hij niet. Hij wilde bij haar blijven. ¡°Ik weet het. Je moet gaan.¡± Ze omhelsde hem. ¡°Zie ik je nog?¡± Vroeg ze. ¡°Dat weet ik niet.¡± Hij kuste haar slaap. ¡°Mocht ik niet meer terugkomen, wil ik dat je dit weet.¡± Hij zuchtte. ¡°Jij was. Bent. ¡°En zult altijd mijn grote liefde zijn.¡± Hij zoende haar. ¡°Dit is niet eerlijk, ik weet het. Maar dit moest jij weten.¡± Hij liep de trap weer op. Hij draaide een laatste keer om. Eva stond onder aan de trap. ¡°Ik hoop je nog een keer te zien.¡± Hij liep de ponti uit en reed naar het bureau. Daar regelde hij zijn overplaatsing. Mechels wilde dat niet, maar ze besefte ook dat het wel moest. ¡°Je doet Eva hiermee wel verdriet.¡± Hij knikte. ¡°Ze weet en begrijpt het. Zorg voor haar.¡± Zei hij. ¡°Ik hoop ooit terug te kunnen.¡± Mechels knikte. ¡°Het gaat je goed. Tot ziens.¡± Hij liep het bureau uit. En reed waarschijnlijk de laatste keer Maastricht uit. Valkenburg ¡°Welkom meneer Wolfs. Ik ben Roland de meester. Chef van het bureau Valkenburg. Mevrouw Mechels sprak lovend over uw capaciteiten.¡± Zei de chef. Het was een man met lichtrood haar. Atletisch gebouwd. Een witte huid en blauwe ogen. ¡°Ik zet je samen met Mike.¡± Zei hij. Wolfs glimlachte zwak. Het was nu een half jaar geleden dat hij naar Valkenburg was vertrokken. Het eerste half jaar had hij thuis gewerkt, maar hij werd inmiddels gek van zijn vier muren, dus was hij maar naar het bureau gegaan. Hij miste Maastricht. Hij miste het team daar. Hij miste Eva. Mike was een jonge man van midden 30 met bruin haar, een spitse neus, modder en bruine ogen. Hij was klein van stuk, maximaal 1 meter 70 lang. Zijn volle naam was Mike Stand. Volgens de chef was hij net bevorderd tot rechercheur. ¡°En Wolfs.¡± Begon Mike. ¡°Heb jij een liefje?¡± Vroeg hij. Hij vond dit een vreemde vraag voor iemand die je net ontmoette. Hij schudde zijn hoofd. ¡°Je kent dat wel.¡± Drukke baan, geen tijd voor een meisje.¡± Zei hij. Wolfs vertrouwde deze man niet. Hij reed na zijn dienst naar huis. Ze hadden een appartement voor hem geregeld, het had 3 slaapkamers. Een gebruikte hij als thuiskantoor. Als hij klaar was op het bureau, zocht hij voor Mark zijn mol. Hij had verder niet veel te doen. Hij kon niet veel sporen vinden. De mol leek of zeer discreet of slapend. Hij kwam aan bij zijn huis. De deur van het complex stond open. Hij liep naar binnen met zijn hand aan zijn wapen. De deur van zijn appartement was ook niet afgesloten. Hij pakte zijn wapen en liep naar binnen. Sluipend liep hij de huiskamer in. Bij het raam stond iemand, maar door het licht dat ineens in zijn ogen scheen zag hij alleen een siluette. ¡°Fijne ontvangst.¡± Hoorde hij. Hij liet zijn wapen zakken. ¡°Verdomme, Eef!¡± Ze keek hem grijnzend aan. ¡°Wat doe je hier?¡± Vroeg hij. ¡°Ik wilde wel eens zien waar Erwin nu werkt.¡± Zei ze. ¡°Eef, dit is gevaarlijk als ze weten dat ik om jou geef dan.¡± Ze stak haar hand op. ¡°Dat weet ik.¡± Zei ze. ¡°Waarom ben je dan hier?¡± Vroeg hij ¡°ik miste je.¡± Zei ze. ¡°Jij mij niet dus.¡± Zei ze droef kijkend. ¡°Ik mis je elke dag. Maar je bent bij mij niet veilig.¡± Ze liep naar hem toe en omhelsde hem. ¡°Ik kan wel voor mezelf zorgen.¡± Zei ze. Hij glimlachte en sloeg zijn armen om haar heen. ¡°Dat weet ik.¡± Zei hij haar stevig vasthoudend. ¡°Maar ik wil niet dat je dat hoeft te doen. ¡°Zei hij. ¡°Ik heb tijdelijke overplaatsing aangevraagd. Ik werd gek alleen thuis.¡± Zei ze. ¡°Frank vraagt me constant uit. ¡°En Maurice nou ja, dat is Maus h¨¨¡± Zei ze. ¡°Frank, houd van je Eva.¡± Zei hij. ¡°Jij niet dan?¡± Vroeg ze hem aan kijkend. ¡°Dat antwoord weet je.¡± Zei hij. ¡°Er is niemand waar ik meer van houd dan jij.¡± Eva glimlachte. ¡°Niet eens Fleur?¡± Zei ze plagend. ¡°Niet meer dan van jou, maar ook niet minder.¡± Plaagdraak.¡± Zei hij. ¡°En laat me raden, je werkt nu hier?¡± Eva knikte. ¡°Uniform dienst.¡± Zei ze. ¡°Ik sta hier ingeschreven als Lucy Frost. ¡°Wel hoofdagent hoor.¡± Zei ze. ¡°Ik wil je gewoon helpen. Ik woon 3 deuren verderop.¡± Zei ze. ¡°Eigenwijs koppige opdonderen.¡± Zei hij. ¡°Ze mogen ons niet samen zien.¡± Zei hij. ¡°We kunnen toch goede collega¡¯s zijn.¡± Zei ze. ¡°Ja, maar Eef alleen collega¡¯s.¡± Ze kuste hem. ¡°Je zegt alleen niet gezien toch. Hier zijn we toch alleen.¡± Zei ze en zoende hem. ¡°Niet doen, Eva.¡± Zei hij. Hij kon haar niet weerstaan. ¡°Waarom?¡± Vroeg ze hem diep in zijn ogen kijkend. ¡°Omdat ze je gezien kunnen hebben. Eef alsjeblieft. Je bent te belangrijk voor me.¡± Zei hij. ¡°Dan moet ik toch zeker bij je in de buurt zijn.¡± Hij zuchtte ¡°Je bent onverbeterlijk.¡± Zei hij. Eva glimlachte. ¡°Dat wist je toch al.¡± Zei ze speels. ¡°Ga naar je appartement Eef.¡± Zei hij. ¡°Vooruit, je komt er vandaag mee weg.¡± Zei ze en zoende hem. Daarna vertrok ze zijn appartement uit. ¡°Ah, meneer Wolfs. Ik wil je voorstellen aan een nieuwe collega.¡± Zei de chef. ¡°Dit is Lucy Frost. Ze is overgeplaatst vanuit Groningen.¡± Zei hij. ¡°Lucy staat tot jullie beschikking. Jullie hebben een lijk.¡± Zei Roland. ¡°Ok. We gaan ter plaatse.¡± Hij sijnde naar Mike om mee te komen. ¡°Neem Lucy mee.¡± Zei Roland. ¡°Ja, ok¨¦. ¡°Ik rijd wel met haar mee.¡± Zei Wolfs. ¡°Pas je op? Je bent nu in uniform.¡± Zei hij in de auto. ¡°Wat bedoel je?¡± Vroeg Eva. ¡°Je bent nu geen rechercheur meisje.¡± Ze knikt. ¡°We praten er in een van onze appartementen wel over.¡± Zei Eva. ¡°Zo ken ik je.¡± Na een kwartier waren ze op het Pd. ¡°Nou, wat hebben we?¡± Vroeg hij. ¡°Margriet groen. 4 mes steken.¡± Zei Mike. ¡°In een kruispatroon?¡± Vroeg Wolfs. ¡°Ja. ¡°Hoe weet je dat?¡± Vroeg Mike. ¡°Al de zoveelste. Mark Notendop zit hier achter. ¡°Dat is duidelijk.¡± Zei Eva. ¡°Hoe weet jij dat?¡± Vroeg Mike. ¡°Omdat ik haar heb gebrieft toen we hierheen reden. ¡°Ik vermoede het al.¡± Zei hij. ¡° Mike leek het niet helemaal te vertrouwen. ¡°Goed. Geen moordwapen. En geen DNA, de patholoog weet vast meer na verder onderzoek.¡± Ze hij. En Mike vertrok. ¡°Vertrouw je hem?¡± Vroeg Eva. ¡°Ken hem niet. Ik vertrouw niet snel.¡± Ze glimlachte. The narrative has been taken without authorization; if you see it on Amazon, report the incident. ¡°Margriet Groen, 32 jaar, vrouw van Chris Groen. Moeder van Dorien, Jolein en Rickert Groen. Leeftijden 10. 8 en 7.¡± Las Eva op. ¡°Dochter van Nick en Amy koek. ¡°Zus van Josef koek,¡± las ze verder op. ¡°Josef koek?¡± Vroeg Mike. ¡°Ken je hem?¡± Vroeg Eva. ¡°Dat gaat je niets aan, Lucy.¡± Riep Mike. ¡°Waarom niet, dat mag ze toch vragen?¡± Zei Wolfs. ¡°Ik hoef haar niet te antwoorden. ¡°Zei Mike, dan vraag ik het. ¡°Ken je hem?¡± Mike keek van Eva naar Wolfs. ¡°Ik snap het al.¡± Je wilt mij voor haar inruilen.¡± Zei Mike. ¡°Ze is straatdienst. Dat kan niet eens.¡± Zei Wolfs. ¡°Ik wil antwoord op mijn vraag. ¡°Ken jij Josef koek?¡± Vroeg hij weer. ¡°Ja, hij is bevriend met Charles Bakker.¡± Wolfs knikte. ¡°Weer een signaal dus.¡± Zei hij. ¡°Wat bedoel je?¡± Vroeg Mike. ¡°Iedereen die notendop bedreigd.verliest een dierbare. ¡°Zei Wolfs. ¡°Wat helpt ons dat?¡± Vroeg Mike. ¡°Dat we vrienden van Mark en zijn bekende moeten gaan natrekken.¡± Zei Eva. ¡°Wat een onzin, Lucy.¡± Riep Mike. ¡°Dat is geen onzin. Ze heeft gelijk.¡± Hij keek Mike aan. ¡°Tenzij jij een reden hebt om dat niet te doen.¡± Zei hij. ¡°Onzin Erwin.¡± Riep Mike. ¡°Dan kan ze kijken. ¡°Ga je gang hoor Lucy.¡± Zei Wolfs haar. ¡°Nee, ik verbied het.¡± Riep Mike. ¡°Jij verbiedt haar te helpen met een zaak?¡± Mike knikte. ¡°Ik ben hoger in rang.¡± Wolfs keek ongelovig naar Mike. ¡°Als jij het zo wilt doen prima. ¡°Ik ga naar huis.¡± Riep hij. En hij vertrok. Na een uur werd er luid op zijn deur geklopt. Hij liep naar de deur en keek door het kijkgaatje, maar zag niets. Hij deed zijn deur open. En keek rond. ¡°Politie.¡± Hoorde hij achter zich. Hij draaide zich om. ¡°Ik houd je aan.¡± Zei Eva grijnzend. ¡°Mevrouw agent. ¡°Waar houdt u mij voor aan?¡± Vroeg hij. ¡°Shit, ik had moeten zeggen dat ik een huiszoekingsbevel had.¡± Zei ze lachend. Hij stapte opzij om haar binnen te laten. ¡°Dat uniform maakt je wat ondeugend, Eef.¡± Zei hij. Ze zoende hem. ¡°Misschien moet je dat uniform dan uittrekken.¡± Zei ze uitdagend. ¡°Maar mevrouw agent toch.¡± Zei hij grijnzend. Voordat hij haar zoende. ¡°Waarom kan ik jou nou nooit lang weerstaan?¡± Zei hij en kuste haar weer. ¡°We moeten hiermee oppassen, meisje.¡± Zei Wolfs en kuste haar op haar voorhoofd. ¡°Ik weet het.¡± Antwoordde Eva. ¡°Misschien moet jij terug naar Maastricht. Hoe graag ik je ook bij me houd, Eef, jij bent daar veiliger.¡± Zei hij. ¡°Leuk bedacht. Wolfs. Maar nee, ik blijf hier. ¡°Zei ze. ¡°Eef.¡± Zei hij. ¡°Nee, ik blijf hier.¡± Zei ze. ¡°Altijd koppig. Goed dan. Ik kan je niets verbieden.¡± Zeilinstructeur haar dichter in zijn armen nemend. ¡°Ik vertrouw die Mike niet.¡± Zeiden. ¡°Ik ook niet. Het is meer dan dat hij grof tegen je was.¡± Zei hij. ¡°Hij wil niet dat wij in de bekende van notendop kijken. Wat als hij er 1 is. ¡° Vervolgde hij. ¡°Dan wil hij niet gevonden worden. Om 2 redenen. 1 dan is iedereen om hem heen in gevaar. 2 het zal wel leuk verdienen.¡± Antwoordde Eva. ¡°Als wij goed zitten hiermee, Eef, moet jij terug naar Maastricht. Ik ben dansen bedreiging voor Mark.¡± Zei hij haar haren strelend.¡± Eva keek hem aan. ¡°Dus?¡± Vroeg ze. ¡°Dus als ze weten hoe dol ik op jou ben. "Ben jij de volgende met vier mes steken die we vinden" zei hij. ¡°Floris Wolfs is dood, weet je nog? Jij bent zijn broer. Ik was dierbaar voor Floris. Ze weten niet dat jij dierbaren hebt, dat is de hele reden dat jullie dit hebben opgezet.¡± Hij zuchtte. ¡°Ik hoop dat je gelijk hebt. Ik kan jou niet zo vinden. Dat kan ik echt niet.¡± Eva glimlachte en kuste hem. ¡°Dat weet ik. ¡°Hoe gaan we uitvinden of hij de mol is?¡± Wolfs keek haar aan. ¡°Een hacker. Die moet sporen kunnen vinden. Het O.M. heeft een goede. Of.¡± Zei hij ¡°of Larry¡±. Als hij een computer gebruikt van de politie. Zal hij zonder zijn naam erin te mengen dat kunnen doen. Maar dan moet een van ons naar huis om dat te regelen.¡± Zei Eva ¡°En jij wilt dat natuurlijk dat ik dat ga doen.¡± Hij schudde zijn hoofd. ¡°Nee. Ik bel het O.M. wel om hem te benaderen.¡± Antwoordde hij. ¡°Dat ga ik nu doen. Hoe eerder we hem ontmaskeren. ¡°Destijds te eerder kunnen we terug naar huis.¡± Hij stond op en liep naar het kantoortje waar zijn telefoon lag. Na een kort gesprek met de O.V.J. liep hij naar de huiskamer. ¡°Het is geregeld.¡± Zei hij. Eva kwam glimlachend naar hem toe. ¡°Dan hebben we dus tot Larry wat vindt. Ze moeten hem in seinen, hij moet zoeken.¡± Wolfs knikte. ¡°Mike lijkt me niet iemand van dikke beveiliging op zijn eigen spullen. ¡°Nee. Dat lijkt mij ook niet.¡± Hij pakte haar hand. ¡°Ik weet zeker dat hij het is, Eef. Als hij nou afwijkt h¨¨, van zijn patroon, omdat Erwin niemand heeft.¡± Hij keek haar aan. ¡°Mocht het verkeerd aflopen met mij, laat je dan niet zo slopen als vorig jaar, dat ben ik niet waard.¡± Hij omhelsde haar. ¡°Ik moet gaan.¡± Zei Eva. ¡°Naar het bureau.¡± Ze kuste hem en trok haar uniform weer aan. ¡°Wees voorzichtig.¡± Zei ze. Ze liep de deur uit. ¡°Jij ook.¡± In de deuropening kuste ze hem nog een keer. Daarna liep ze naar buiten. Voordat ze haar auto instapte, werd er een doek op haar mond en neus gedrukt. Ze raakte bewusteloos. Ze werd een zwart busje ingetrokken dat daarna met hoge snelheid wegreed. De Mol Stolen from its rightful place, this narrative is not meant to be on Amazon; report any sightings. Het Einde Stolen from its rightful author, this tale is not meant to be on Amazon; report any sightings.